Anonimiteit van sperma- en eiceldonatie

Sperma- en eiceldonatie, draagmoederschap… ANONIMITEIT???

Gastspreekster: Isabelle Struyver

Dinsdag 3 juni 2014

in de bovenzaal van CC De Valkaart
Albrecht Rodenbachstraat 42, 8020 Oostkamp

Op 26 juli 2007 is de wet op de medisch begeleide voortplanting gestemd, die wet bepaalt het kader waarbinnen medisch begeleide voortplanting in België mogelijk is.

Zowel eicel – als zaadceldonatie kunnen wettelijk in België en kunnen zowel anoniem en gekend uitgevoerd worden.  Het kiezen voor gekende of anonieme donatie zowel van eicellen of zaadcellen is voor bepaalde mensen de enige manier om toch kinderen te hebben. Het kiezen voor anonieme donatie impliceert dat donor en ontvanger elkaar niet en nooit zullen kennen, wat ook gevolgen kan hebben voor de geboren kinderen.  Zij zullen nooit hun donor kennen en kunnen ook niet op zoek gaan naar hun volledige roots. Het kiezen voor gekende donatie impliceert dat donor en ontvanger elkaar wel kennen (een vriend/vriendin, familie), in dit geval kunnen de kinderen hun roots wel achterhalen, als de ouders beslissen om hun kinderen in te lichten.

De beslissing om het aan de kinderen te vertellen is volledig afhankelijk van de ouders en ze hebben ook het recht om dat niet te doen. Waarom kiezen bepaalde ouders voor gekende donatie of waarom precies anonieme donatie ? Als ze beslissen het te vertellen wanneer doen ze dat dan ? Op welke manier ? Hoe gaan de kinderen daarmee om ? Is er een verschil voor de kinderen tussen gekende of anonieme donatie ?  Is er een verschil in eenoudergezinnen,  heteroseksuele of homoseksuele koppels in het kiezen voor gekende of anonieme donatie.

(Een andere mogelijke ‘derde partij’ is een kandidaat draagmoeder. Draagmoederschap is in België niet verboden maar ook nog niet wettelijk omkaderd. Wat zijn de mogelijkheden voor wensouders? Wat zijn de uitdagingen en valkuilen in een draagmoederschapsprocedure? ) Deze en nog veel andere vragen werden voorgelegd aan Mevr. Isabelle Stuyver.

Isabelle Stuyver is psycholoog en al jaren werkzaam in de fertiliteitskliniek van UZ Gent.  Zij wordt dagelijks geconfronteerd met ouders die gebruik willen maken van donoreicellen of zaadcellen.  Zij heeft jarenlang ervaring opgebouwd en ook contact gehad met ouders van donorkinderen.  Haar advies is voor de fertiliteitskliniek van doorslaggevend belang naar eventuele behandelingen toe. (Ze coördineert de draagmoederschapsprocedure in het UZ Gent.)

Vooreerst werden de betrokken partijen bij donorprogramma’s toegelicht: de wensouders, de donoren, de maatschappij, de artsen  en Centra voor Reproductieve Geneeskunde en tenslotte het toekomstig kind.

Aan de hand van een aantal cases werd de procedure voor donoren en acceptoren geschetst. De Belgische wetgeving werd vergeleken met deze in de ons omringende landen en de het daardoor ontstane ‘fertiliteitstoerisme’. Specifieke gevallen zoals homoseksuele koppels, wensmoeder na niertransplantatie,

alleenstaande, elke situatie vraagt zijn eigen specifieke aanpak.

Een belangrijk aspect is de rouwverwerking ten gevolge van het verlies van genetisch ouderschap, het verlies van een eigen genetisch kind en de machteloosheid te moeten rekenen op iemand anders (schuldgevoel t.o.v. va,n de partner).

Vervolgens kwam de anonimiteit ten berde en de vraag of

het kind al dan niet en wanneer wordt ingelicht over de conceptie.

Een overwegend jong publiek betoonde veel interesse en het aantal uitgereikte attesten voor bijkomende vorming wijst er op dat VC De Molensteen en HVV/OVM-Oostkamp telkens weer dié maatschappelijke thema’s ter discussie stellen en daarvoor ook het doelpubliek weten te bereiken.

80 aanwezigen

 

Org.: Vrijzinnig Centrum De Molensteen i.s.m. HVV/OVM-Oostkamp

 

 

Met de steun van deMens.nu, huisvandemens en de Centraal Vrijzinnige Raad