Klassenjustitie. Het is een woord of verwijt dat periodiek opduikt.
Bijvoorbeeld naar aanleiding van het Reuzegom/Sanda Dia proces, het
gesjoemel bij de Hoge Raad voor Justitie voor het magistratenexamen
of, een aantal jaar geleden naar aanleiding van de zogenaamde
verruimde minnelijke schikking in strafzaken, in de volksmond bekend
als de afkoopwet. Die wet komt er op neer dat je door het betalen van
een geldsom je strafproces kan afkopen.
In de recente justitiebarometer van de Hoge Raad voor Justitie kwam
naar voor dat het algemeen vertrouwen in justitie gedaald is tot 54 %. In
2007 was dat nog 66 %. Hierbij blijkt ‘sociale klasse’ een rol te spelen:
hoe hoger de sociale klasse en hoe hoger het onderwijsniveau, hoe
hoger het vertrouwen in justitie is; het omgekeerde geldt eveneens. Ook
uit de EU eurobarometer van 2022 komen soortgelijke resultaten naar
voor. Is dat gebrek aan vertrouwen in justitie UITSLUITEND het gevolg
van een gevoel dat er een klassenjustitie is? Er is in ons land, in
tegenstelling tot in de VS bijvoorbeeld, weinig onderzoek verricht naar
het fenomeen ‘klassenjustitie’. Er is zelfs geen algemeen aanvaarde
‘wetenschappelijke’ definitie van.
Zijn onze rechters milder voor wie tot de rijkere klasse behoort? Of
omgekeerd, worden mensen uit de lagere klasse of allochtonen harder
aangepakt? En zo ja, is dat dan een enkele keer zo of is er werkelijk
sprake van een structureel probleem? Is de Belgische justitie werkelijk
onbevooroordeeld? Heeft iedereen gelijke toegang tot de rechter? Is de
magistratuur een reële afspiegeling van de bevolking? Is de wet voor
iedereen gelijk en zijn alle Belgen gelijk voor de wet?
Het debat dat het Vrijzinnig Centrum „De Molensteen“
organiseert beoogt enige verheldering terzake te brengen