Ieper en Den Grooten Oorlog
Gastspreker was Paul Vandenbussche
Dinsdag 04 november 2014 om 20u00
In de bovenzaal van CC De Valkaart
Albrecht Rodenbachstraat, 42 8020 Oostkamp
Anno 1914 was Ieper één van die verstilde steden waar het militair vertoon en de hogere bourgeoisie het openbare leven beheersten. Op 4 augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan België. Vanaf oktober maakte de Ieperse bevolking kennis met het oorlogsgeweld dat geen onderscheid tussen rang of stand maakte. Zware beschietingen in november hadden een massale uittocht van de bevolking tot gevolg. Het kunstpatrimonium van de stad liep onherstelbare schade op.
Het oorlogsfront kwam in noord-, oost-en zuidelijke richting op enkele kilometers van de stad te liggen: de ‘Ypres Salient’ werd een feit; het verdere oorlogsgebeuren wijzigde de frontlijn nog nauwelijks.
Als gevolg van de Duitse aanval met gifgas nabij Steenstrate op 22 april 1915 werd beslist Ieper, dat in de Britse sector lag, te ontruimen: op 9 mei verlieten de laatste bewoners gedwongen de stad.
Ieper werd een dode stad die geregeld door de Duitsers werd beschoten maar nooit kon worden ingenomen. Aan het eind van de oorlog waren meer dan 90% van alle huizen met de grond gelijk gemaakt of tot een ruïne herschapen.
De heropbouw van de stad kwam moeilijk van de grond. De eerste teruggekomen inwoners vonden een onderkomen in huisjes die ze bouwden met het puin van de vernielde woningen; korte tijd daarna werden houten noodwoningen ter beschikking gesteld: de ‘barakkentijd’ nam een aanvang. Pas vanaf 1921 kwam de bouw van een definitieve behuizing goed op dreef.
Na de oorlog kreeg de stad voor de Britten een symboolfunctie voor het eerbetoon aan de gevallen en vermiste landgenoten. Dit werd geconcretiseerd door de bouw van een herdenkingsmonument, de Menenpoort, die werd opgetrokken over de weg die de vestingsmuur aan de oostelijke zijde van de stad doorsneed en waarlangs honderdduizenden Britse soldaten naar het oorlogsfront trokken. Velen onder hen hebben de stad nooit meer levend terugzien.
Aan de hand van nauwelijks eerder vertoond beeldmateriaal werd deze zwarte episode van de Ieperse geschiedenis opnieuw tot leven gebracht. Brieven, unieke postkaarten, zeldzaam fotomateriaal, … Paul beschikt inderdaad over een onuitputtelijk en waardevol archief over het thema. Enkele historische gebeurtenissen werden zelfs met authentieke filmfragmenten geïllustreerd.
De 120 aanwezigen keken en luisterden geboeid toe.
Paul Vandenbussche is doctor in de scheikunde. Meer dan dertig jaar was hij wetenschappelijk vorser aan het voormalige Pasteur Instituut van Brabant te Brussel. Jarenlang verzamelde hij alles wat hij over zijn geboortestad Ieper kon vinden. Samen met twee andere auteurs publiceerde hij het boek ‘Het Ieper van Toen’ en schreef een waaier van artikelen in plaatselijke heemkundige tijdschriften.
Paul Vandenbussche is medeoprichter van Vrijzinnig Centrum De Molensteen en was van 2004 tot 2013 ondervoorzitter. Nu is hij nog steeds een zeer actief en gewaardeerd bestuurslid.